Olivier B. Bommel
Heer Bommel is de bewoner van Slot Bommelstein, gelegen aan de Distellaan 13, vier kilometer ten zuiden van de stad Rommeldam, volgens het verhaal De Hachelbouten. Hij rijdt in een bescheiden auto (de Oude Schicht), gaat gekleed in een geruite jas, en rookt vaak een pijp. Aangezien een "heer van stand" een "teer gestel" heeft, zorgt Joost, zijn onvolprezen bediende, voor alle dagelijkse beslommeringen. Geld speelt geen rol voor deze heer van stand en een "eenvoudige doch voedzame maaltijd" (die zelden eenvoudig is, maar altijd voedzaam) is op Slot Bommelstein gegarandeerd. Vanaf het verhaal De kiekvogel ontstaat er een verhouding met buurvrouw Anne Marie Doddel, en deze juffrouw vestigt zich in het laatste verhaal, Het einde van eindeloos, definitief op Bommelstein als mevrouw Bommel.
Bommel is een echte antiheld. Hij is naïef, laf (terwijl hij zelf juist geregeld prat gaat op zijn dapperheid), onnadenkend, kortzichtig, impulsief, kleinzerig, koppig en betweterig, maar draagt het hart op de goede plek en wordt niet zelden door barmhartigheid tot grootse daden aangezet, bijvoorbeeld door onderdak te bieden aan twee slijtmijten en zodoende met ragfijn spel een crisis in het beton te veroorzaken. Met zijn onbesuisde acties veroorzaakt hij echter vaak problemen, die dan door zijn vriend ("verzin toch eens een list") Tom Poes - door Bommel steevast "jonge vriend" genoemd - worden opgelost. Door zijn kortzichtigheid en zelfoverschatting heeft hij dit niet altijd in de gaten en gunt hij Tom Poes zelden de eer die hem toekomt.
Een van de tekenaars uit de oorspronkelijke studio van Marten Toonder was Henk Alleman. De bovenstaande en hieronder getoonde illustraties zijn nog gemaakt in 2013 door Henk Alleman ter gelegenheid van het Toonderjaar. Van de oorspronkelijke tekenaars zijn nog slechts enkele tekenaars in leven. Henk is er een van.